Stap 2: Overdenken en uitschrijven van je eigen verwachtingen, voorkennis en gedachten bij de onderzoeksvraag.

 

 

Deze stap twee is meer als een formaliteit. Het is een belangrijk stuk van je onderzoek! Daarom is het nodig om er echt voor te gaan zitten en zorgvuldig – zo goed en zorgvuldig als je nu kan – te formuleren. Niet alleen word je jezelf bewuster van wat je wilt met je onderzoek en dat je al allerlei gedachten en ideeen hebt….het is ook een beschrijving van je beginpunt.

 

 

Wat moet je doen?

 

Waarom kies jij voor deze vraag?

Welke ervaringen liggen er achter je vraag?

Wat heb je er al over gehoord/gelezen/gedacht?

Welke ideeën heb je er al over en op welke ervaringen en welke gegevens berusten je ideeën?

Wat weet je al van het onderwerp (of wat denk je al te weten)?

Welk antwoord zou je nu al (eventueel) op je vraag kunnen of willen geven?

 

Over dit soort vragen schrijf je je gedachten uit. Doe het gerust uitgebreid en orden (en eventueel corrigeer/nuanceer) wat je te vertellen hebt al schrijvend. Het formuleren van wat je verwacht, denkt en weet is belangrijk!

 

Belang van stap 2.

Je maakt jezelf bewust van wat je al weet, denkt, verwacht.

Waarschijnlijk ontstaat er zo al een stuk overzicht in de problematiek (Je weet al meer dan je wist) en zal er ook al wat orde en indeling in je onderzoek gaan ontstaan.

 

Bovendien zul je hierdoor wat sterker in je schoenen komen te staan. Je krijgt al een eigen referentiekader en kunt daarmee bewuster en kritischer omgaan met de informatie die je in stap 4 gaat tegenkomen. Je kunt actief in een gesprek deelnemen en vragen stellen, reageren en diepgang uitlokken bij de dialoog die ook nodig is voor je onderzoek.

 

 

 

Beoordeling van stap 2.

Stap 2 lever je, in je snelhechter, in ter beoordeling. Je krijgt er een punt voor met het gewicht 1x  Hetgeen je inlevert moet duidelijk en gemakkelijk te lezen zijn. Het mag gewoon geschreven worden of getypt. Als er in te zien is dat je jezelf corrigeert en zaken verbetert, dan is dat geen probleem! Integendeel: zo kan de leraar beter je denkproces volgen!

Laat op je bladen boven, onder en aan de zijkanten witruimte. Als je leraar er iets bij wil schrijven kan dat daar.

Als de leraar het te weinig, oppervlakkig of te licht vindt, zal hij aangeven dat je stap 2 moet aanvullen of (gedeeltelijk) opnieuw doen.

Als stap 2 voldoende is, kun je verder met stap 3.